abzee

AB ZEE 2 Artikel Portret

Het volledige artikel: Portret HugOKé!

En is beschikbaar in verschillende afhaalpunten! (De Grote Post, Bib Lambert, Stadhuis Oostende, Poëziecentrum Gent, Dienst Toerisme, De Antenne, Restaurant No Nonsense, KAAP, De Boeie,... )

In de papieren krant vind je een korte aanzet van het artikel toogpraat.

Veel leesplezier!

Hij liep incognito door Oostende, zelfs op de koudste dagen blootshoofds, zijn grijze haren rechtop wapperend in de wind. Niemand die hem nakeek, niemand die een selfie met hem nam. Hugo de Kempeneer, HugOKé, was toch een BV, of niet? Aan die vraag raakte hij zelf niet uit.

Zijn levensverhaal is er in elk geval een om u tegen te zeggen, in de tweede helft van de 20ste eeuw kende heel kunstminnend Vlaanderen hem. Cartoonist, portrettist, affichemaker, animatiefilmer, toneeldecorateur. Schitterend in elk genre. En vooral onvermoeibaar en geestig. Een observator van alles wat aan zijn scherp oog passeerde.

Schetsboek in de hand

Op zijn 80ste ging hij nog dagelijks op stap met zijn schetsboek, in tekenen met woorden was hij een meester. Een rasverteller die bij een kop koffie van de ene interessante hak op de andere satirische tak sprong. Hij boeide en deed lachen. Alles passeerde de revue: van het geluid van een V1 dat nog haarscherp in zijn hoofd zat tot zijn ontmoetingen met Jacques Brel, Hugo Claus, Salvador Dalí, Magritte. Van Count Basie over Elvis Presley en Freddy Sunder naar het café van zijn kinderjaren in Diegem. Van zijn katholieke opvoeding (“Wat hebben ze ons toch allemaal wijsgemaakt?”) tot zijn trotse leuze “Ni Maître, Ni Dieu!”.

Ketje aan zee

Hugo was een echte Belg, een Brussels Ketje afgezakt naar ‘Brussel-aan-Zee’ zoals zovelen, een trait-d’union tussen Vlamingen en Walen. De Belgen hebben hem nochtans nooit echt naar waarde geschat, vond hij. In zijn jonge jaren tekende hij voor kranten en voor de BRT (‘Even geduld…’, zijn eerste cartoons, verankerd in ons collectieve geheugen). Hij kreeg hier toen 35 Belgische frank per tekening, terwijl hij in dezelfde periode bij de ‘Neue Illustrierte’ 75 Deutsche Mark opstreek voor een gelijkaardig werk. Zijn wraak op België was ‘Belgman’, een origineel stripverhaal met een grappige tekst van Hugo Claus over het tricolore kind van Vlammen en Wallen.

De avonturen van Belgman 1. De geboorte’ is nu een gezocht collectors item. Het verscheen in 1967, maar werd snel uit de distributie gehaald wegens te stout. Het tweede deel laat nog altijd op zich wachten, tot zijn laatste dagen droomde hij van een even ondeugend vervolg.

Blijven lachen

Als er één woord is dat past bij Hugo, is het dit: een schelm. Vechtend tegen windmolens met spot als zijn sterkste wapen. Aan de ene kant Don Quijote, de dromer, aan de andere de sceptische Sancho Panza die meer dan eens de klappen opving voor wie hij bewonderde. Boos op de politiek van vandaag, maar je moet ermee blijven lachen, vond hij. Het was zijn credo:

Il faut en rire pour ne pas en pleurer.’

Hij had nog duizend plannen, keek uit naar het einde van de coronapandemie, naar een nieuw atelier, naar zorgeloze babbels bij de koffie in Het Leeshuus. Wij ook. Dag, Hugo!

Erna Schelstraete

De meeuw

Hugo heeft het aan de stok met de Oostendse politie omdat hij een meeuw heeft.
Een meeuw als huisdier?
Ja, ze komt elke dag!” zegt  hij. “Ik geef haar te eten, ze kent me heel goed.”
Hij woont op de dijk, op de zesde verdieping met zicht op zee. Op de syndicvergadering is geklaagd over meeuwenpoep op de vensterbanken.
Het is toch op mijn vensterbank dat ze schijt?” protesteert hij. “De mensen kunnen niets meer verdragen. En ze is in de rouw, mijn meeuw. Vroeger kwam ze met haar lief, en die is er niet meer. Ik moet haar troosten.

Wie zal nu zijn vogel troosten? Kijk maar als je er passeert, ze wacht nog elke dag op hem.

Als je plek hebt en dat stukje van die meeuw ook opneemt, kan je r eventueel dat laatste zinnetje nog aan toevoegen. Het is echt waar.