vijver
bea

AIMER QUAND MÊME

Column twee, geschreven door DiVa

 

Je suis malade zingt Dalida en dat ben ik ook, niet fysiek maar in ’t gemoed. Ik heb het land aan alles en nog wat en voel me ellendig. Te veel tristesse en somberheid, donkerte en calamiteiten rondom mij. 

Was ik een weemoedige romanticus dan zou ik allicht spreken van ‘spleen’, ’Sehnsucht’ en ‘Weltschmerz’ maar dat ben ik niet, dus houd ik het maar bij ‘cafard’. Op zoek ben ik naar licht en hoop in deze barre tijden waarin zwaarmoedigheid en eenzaamheid het halen van levenslust en verbondenheid. ‘I have the blues!’

Dus trek ik mij terug in een hoekje, een leeshoekje in dit geval en zoek daar enig soelaas. Zoals voor wie een pen ter hand neemt, schrijven therapeutisch kan werken, zo kan voor wie een boek ter hand neemt, lezen heilzaam en zalvend zijn, toch? Het in zich ‘oplezen’ versus het van zich afschrijven, als het ware. Moet kunnen! Mijn literaire ‘blind date’ is de roman ‘De Advocaat en de Zeiler’ (2020) van Kris Van Steenberge & Geert Briers. Naar samenhorigheid toe zijn zowel de titel als het co-schrijverschap veelbelovend en ook wat op de achterflap staat -  intense roman die de uiterste grenzen van vriendschap aftast – schept verwachtingen in die richting.

De eens flitsende Advocaat, zo vol flair en bravoure dat hij wel recht uit het populaire televisieprogramma Justice for All op 4 leek te stappen, wordt bijna volledig geneutraliseerd als mens en als advocaat door een haperend kortetermijngeheugen. Zeiler, zijn jeugdvriend, merkt de ontreddering en plant een wandeltocht op het strand samen met zijn ‘copain’. 3 landen, 2 grenzen, 1 kustlijn en 1 bedoeling: zijn moreel oppeppen ‘for old times’ sake’. Of toch niet?  

Het verleden spoelt aan in golven en schuimt op het strand tegen het heden .Bloedbroeders waren ze vroeger, onafscheidelijke ‘partners in crime’, onlosmakelijk verbonden in een allesoverheersende kameraadschap. Zij waren ‘elkaars bestemming’ maar ook mekaars tegenpolen. Advocaat, opgegroeid in warmte en weelde, spraakmakend en flamboyant, begiftigd met een zeer hoog ik-weet-wie-ik-ben-gehalte, zweert bij daadkracht, fierheid en passie. Professioneel roemrijk geslaagd, grote regisseur van het leven, de messias waar iedereen voor zwicht, de gulzige god die alles groter maakt en met alles weggeraakt. ‘Hij beklimt geen berg, hij gaat er gewoon overheen.’ Zeiler, van bescheiden komaf, getogen in de kilte van diepvriesmaaltijden in de schaduw van een moeder die vergetelheid zocht in witte wijn, is eerder zuinig en voorzichtig. Hij heeft een passie voor de zee, het zeilen en de kunst, maar alles gedoseerd. Als gevierd kunstenaar blijft hij nederig, rustig, soms zelfs inert, steeds man van weinig woorden.   

Ze groeien wat uit elkaar, het contact wordt sporadisch, er komt ruis op de vriendschap. Andere wegen, uiteenlopende levensfilosofieën, inbreuken op de gezonde moraal, te veel geheimen, soms wat lafheid, dat alles zorgt voor wat rimpelingen. Het heldendom van weleer wankelt. En dan nu, de strandwandeling met een vertwijfelde maat bij wie bij momenten alles vervaagt, behalve de hen flankerende zee. Deze ‘soul mate’ van toen vraagt, op zijn typisch nadrukkelijke manier,  Zeiler om een gunst ter bevestiging van hun vriendschap. 

 En dat is nu juist het magische woord waar in dit boek alles om draait en dat het ook zo hartverwarmend en ontroerend maakt. ‘Wat draag je echt mee van elkaar en wat verlies je onderweg?’ Gooi je wat er niet echt toe doet overboord en laat je persoonlijke zijsprongen zonder oordelen toe omdat je ‘toch altijd terugvalt op de kracht van een onverwoestbaar verleden’? Is dat ‘de sleutel van vriendschap’? Het kan niet stuk! ‘Is dat de golflengte waarop je moeiteloos afstemt en die alles opnieuw mogelijk maakt? Of kan je te ver uit elkaar drijven? Is er een smeltpunt van vriendschap?’                                                                               

Mooie mijmeringen over eb en vloed van vriendschap en misschien ook wel over gemiste kansen. Is het niet zo dat ‘het leven moet gedronken worden wanneer het zich aandient’? Maar evenzo:  Het leven is ook wat zich niet voltrokken heeft. Dat dragen we allemaal met ons mee.’

Deze roman heeft toch wel de onrust in mijn gemoed wat weggegomd en voor wat deugddoende warmte gezorgd in deze kille dagen. Het was voor mij vooral de bevestiging van wat ik Guy Marchand, acteur en chansonnier, onlangs in een interview op een Franse televisiezender hoorde poneren als zijn definitie van vriendschap: aimer quand même.

DiVa