freddy

Dikke Freddy 10 jaar 't Leeshuus

DATUM ACTIVITEIT

duur

15 min

Prijs

€ 0

Aan John Crombez, toekomstig opperhoofd van Oostende.

Geachte heer Crombez, beste John,

Ik ben content dat ze u burgemeester van Oostende hebben gemaakt. Nu kunnen wij de hartelijke briefwisseling en samenwerking verderzetten die we hadden toen u nog baas was de socialisten.

Weet u het nog dat de socialisten tien jaar geleden een half miljoen euro hebben uitgegeven om in Oostende vijf pissijnen te laten plaatsen die – om overdag de winkelende madammen niet te verstoren – alleen ’s nachts uit de grond kwamen? De plascenceurs! Zoudt u uw vrienden van toen daar namens mij voor kunnen bedanken? Ik heb toen namelijk in café De Pelikaan gewed dat die plascenseurs van een half miljoen het geen tien jaar zouden volhouden. En ik heb gelijk gekregen. Ze zijn allemaal kapot. Ze bewegen niet meer. Ze zijn, ondanks een onderhoudscontract van nog een paar honderdduizend euro extra, definitief vastgepist. Ik ga binnenkort in De Pelikaan de halve bak bier verzilveren die ik daardoor gewonnen heb.

Iets anders: uw leerling, Conner Rousseau, wringt nu tegen bij de vorming van een nieuwe regering. Hij wil dat het rijk volk belastingen betaalt. Maar hij is verkeerd bezig. Het zal een slag in het water zijn. Het rijk volk zal zijn centen en zijn aandelen binnen de kortste keren naar de Maagdeneilanden overbrengen. Hou zoudt ge zelf zijn?

Ik heb over die kwestie lopen prakkeseren en ik kom tot de constatering dat het de burgemeester van Oostende is die de sleutel in handen heeft om het rijk volk belastingen te laten betalen. Het rijk volk van heel België heeft hier straten vol chique appartementen staan. En met die chique appartementen kunnen ze niet op de loop gaan naar de Maagdeneilanden. Kan het geen gedacht zijn om het rijk volk te verplichten om hun chique appartementen, die toch het grootste deel van het jaar leeg staan, twee maanden per jaar ter beschikking te stellen van uw OCMW? Op die manier zouden de daklozen en de sukkelaars de straten niet langer onveilig maken.

Ook voor mij zou het een uitkomst zijn. Ik heb al een paar appartementen op het oog die me wel zouden aanstaan. Misschien kunnen we daarover, en over nog een paar goede ideeën die ik heb, eens van gedachten wisselen. In ’t Leeshuus, bijvoorbeeld. Kent ge dat, ’t Leeshuus? Als ge nog een schuif met subsidies hebt, zoudt ge daar wat subsidies aan moeten geven. Ze maken er geen reclame over, maar ze helpen daar mensen voort. En surtout, er wordt daar over serieuze dingen gesproken. Wilt ge geloven dat ik, een mens die geen enkele school heeft afgemaakt, daar over boeken heb zitten discussiëren? Albert Camus en Louis Paul Boon, verdomme… Het helpt natuurlijk dat er bij dat discussiëren een glas wordt gedronken en dat ik daar zonder problemen kan gaan plassen. Enfin, als ik u een advies mag geven. Geef ’t Leeshuus 100.000 euro subsidie. Dat komt overeen met de kostprijs van 1 bewegend pissijn. Dat gaat geen weggegooid geld zijn, want ’t Leeshuus is ook tien jaar oud en in tegenstelling tot de plascenseurs beweegt het nog altijd. Dat is bewezen.

Ik zal u trouwens trakteren als ge naar ’t Leeshuus komt. Als gij mij – al is het tijdelijk – een appartement met zicht op zee bezorgt, mag daar iets tegenover staan.

In afwachting van onze samenkomst, groet ik u met de meeste Hoogachting,

 

Dikke Freddy.

 

 

 

 

 

 

Brieven van Dikke Freddy is een column van schrijver Erik Vlaminck die doorgaans gepubliceerd wordt op het webplatform www.sociaal.net en in de krant De Standaard.